Foto: Johan Peters (Kplvlknst) en (webmaster) Guillaume (Giel) Slangen (Matroos 1 RAPV 1) aan boord van Hr.Ms Rotterdam, als station schip in de NL-Antillen 1975-1976.
Historisch fort Erfprins
Dienstvak 'Vuurleidingskonstabel'
(VLKNST)
Hieronder het verhaal zoals dat vroeger op de voormalige website: www.vlknst.nl heeft gestaan.
Bron: Johan Peters
Foto: Johan Peters (Kplvlknst) en (webmaster) Guillaume (Giel) Slangen (Matroos 1 RAPV 1) aan boord van Hr.Ms Rotterdam, als station schip in de NL-Antillen 1975-1976.
Foto:
Dienstvak uitmonstering VLKNST Onderofficieren: Sergeant-, Majoor- en de Oppvlknst hadden een kroon.
Geschiedenis
Na de tweede wereldoorlog moest de Koninklijke Marine worden opgebouwd zowel op materieel als personeels-gebied. Diverse schepen werden overgenomen van Groot Brittannië en de Verenigde Staten van Amerika.
Door de invoering van 'vuurleidingsystemen en geleidingsradar', voor de besturing van kanonnen en mitrailleurs, ontstond de behoefte aan gespecialiseerd bedienend personeel. Voor de eerste opleidingen tot "Radio afstandpeiler vuurleiding der 2e en 1e klasse" werden matrozen, hofmeesters, botteliers en schrijvers aangewezen. De eerste opleidingen werden verzorgd bij H.M.S. Drake te Plymouth en in een later stadium werden deze opleidingen gegeven bij H.M.S. Excellent te Portsmouth (Engeland), eerst door Engelse instructeurs en later aangevuld door Nederlandse militairen.
Enkele van de eerste Nederlandse instructeurs waren de KWMR Raben en KPL Vleesdrager.
Omdat de vuurleidingapparatuur steeds complexer werd ontstond de behoefte om van deze tak van gebruikers/bedieners een Dienstvak te maken, tevens besloot de Marineleiding om de opleidingen voor het brevet en de eerste Korporaalsopleiding te gaan verzorgen in het fort "Oostbatterij" bij de "Artillerie- Gevechts- Informatie School (ARGIS) te Den Helder.
DIENSTVAK OPBOUW EN DE ONDERSCHEIDINGSTEKENS
De opbouw van het dienstvak was als volgt:
A. De brevetten:
deze onderscheidingstekens werden gedragen na het volbrengen van de desbetreffende opleiding door matrozen met de stand "der eerste en twee klasse". Tevens door KPL's en Kwartiermeesters.
Brevetten werden gedragen op de rechtermouw en de strepen op de linkermouw onder het dienstvak-onderscheidingsteken.
B. Het dienstvak-onderscheidingsteken:
Het dienstvak-onderscheidingsteken kwam voor in drie kleuren afhankelijk van stand of rang.
(Zie hieronder)
DE OPRICHTING VAN HET DIENSTVAK
Alhoewel er in 1950 al Nederlandse instructeurs actief waren werd het dienstvak VLKNST op 1 juni 1951 een feit door de aanstelling van de eerste onderofficier, de heer M.F. Philippus.
Later werden de vroegere instructeurs de KWMR Raben en KPLGSKNST Vleesdrager overgebracht naar het dienstvak VLKNST.
De eerste opleiding voor KPLVLKNST (vakopleiding) starte in november 1950 tot eind april 1951 en na het volbrengen van de "kaderopleiding" werd deze groep op 1 augustus 1951 aangesteld als KPLVLKNST.
Daarbij werden in datzelfde jaar nog twee KPLGSKNST overgebracht (heren G. Main en J. Gouka) en werd zodoende de eerst kadergroep geformeerd om ingezet te kunnen worden als instructeur bij ARGIS of op de Engelse jagers en de fregatten van de "van Amstel klasse".
Foto MINH: Is de artillerieschool (ARGIS) te zien. Deze artillerieschool verhuisde in 1951 naar het fort Erfprins waar de artilleriekazerne 'Gelderland' volledig was omgebouwd tot school. Door deze verhuizing veranderde de naam ARGIS in NAVGIS (Navigatie Gevechts-Informatie School).
TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN
Foto: Hr.Ms. Utrecht
Het kader had aan boord van Hr. Ms. Kruisers, A-, B-Jagers (zie foto) en de Fregatten van de Van Speykklasse voor de midlifeverbouwing voornamelijk tot taak:
- het verzorgen van "training on the job" van het eigen personeel en matrozen uit andere dienst-
vakken die als bediener werden ingezet;
- het uitvoeren van het voorbereidend werk en analyse van gehouden oefeningen voor de
Artillerie-officier;
- de uitvoering van het niet technisch onderhoud;
- de coördinatie van het technisch onderhoud door Radio-radarmonteurs (RRMNTR), Vuurleidingmonteurs (VLMNTR), dat naderhand,
Wapen- Electronicamonteurs (WEMNT) werd, Geschutmakers (GSMKR) en Geschutskonstabels (GSKNST).
Dit werd in de 70'er jaren opgenomen in het "Plan Onderhouds Systeem" meestal afgekort door "PO".
Het PO-Systeem was een van de Amerikaanse Marine overgenomen systeem waarbij alle onderhoudstaken werden verdeeld in dagelijks-wekelijks-maandelijks-3, 6 maandelijks en jaarlijkse taken en waarvan een boekhouding moest worden gevoerd.
De vuurleiding was opgebouwd uit mechanische en elektrische componenten, de radar werkte op hand/elektrische bediening en voor elk systeem was bijna wel een noodvoorziening.
De vuurleidingradar had nog geen automatisch trackingssysteem en moest zodoende voor 3 elementen worden bestuurd, afstandmeting, bakshoek (zijdelingse verplaatsing) en elevatie (verticale verplaatsing). Deze waarden werden ingevoerd in een richtklok waar aan de hand van de eigen positie een doelspositie werd berekend en tevens doelskoers en vaart, dit gebeurde o.a. door schijf-kogel-walsmechanismen.
Om een goede kogelbaanbereking te maken moesten er diverse ballistische en weersinvloeden worden berekend, dit gebeurde oa door camoides met aftastpennen.
Het geheel van installaties was erg onderhouds- en storinggevoelig en tevens erg arbeidsintensief om een goed resultaat te bereiken.
Later kwamen de lichte luchtdoel kruisers Hr. Ms de Ruyter en de Zeven Provinciën.
Vooral de laatste twee schepen en de daaropvolgende Jagers van de "Holland" en "Friesland- klasse" zorgden voor een grote behoefte aan vuurleidingpersoneel zodat het dienstvak in de 50 er en 60'er jaren een grote bloei meemaakte.
Het vliegkampschip Hr. Ms. Karel Doorman was een uitzondering, door het ontbreken van radar- vuurgeleidingssystemen was hier slechts plaats voor één VLKNST voor het onderhoud van tolvizieren en detailgoederen.
Foto: Voormalige Kruisers, Hr.Ms. De Ruyter en - De Zeven Provinciën.
HET DIGITALE TIJDPERK EN DE GEVOLGEN
Foto: Hr.Ms. De Zeven Provinciën (1969)
In het midden van de zestiger jaren, eerst met de verbouwing van Hr. Ms. de Zeven Provinciën tot
"lichte geleide wapen kruiser" door de vervanging, van de gehele achterbatterij 15 cm kanons en 57 mm mitrailleur, door een Terriër lanceer-systeem.
Ook met de komst van de "van Speijkklasse Fregatten" begon voor de Koninklijke Marine en vuurgeleidingssystemen het "digitale tijdperk". Zo werden de, voorheen mechanisch/elektrische vuurleidingsystemen vervangen door computers.
De intrede van de computer zorgde voor de introductie van stabielere systemen en noodzaakte geheel andere opleidingen maar veroorzaakte ook een personeelsoverschot.
Als voorbeeld de bezetting van een 12 cm vuurleidingssysteem a/b van een onderzeebootjager van de Frieslandklasse (B-jagers).
a. Richtgroep Richttoestel + NBR 2 Starik 3
b. Seinstation Vuurleiding-radar 4 Richtklokbediening 3 Controll 1
Totaal 13 personen.
Het betreft hierbij twee kaderfuncties, in de regel 1 Majoor, 1 KPL en de overige bezetting door matrozen RAPV en overige dienstvakken.
En de bezetting van een 12 cm systeem + seasparrow a/b van de Trompklasse slechts 2 personen waarvan 1 SGT VLKNST.
Aan het eind van de zestiger jaren kwam dan ook het besef dat met de komst van de 'geleide wapenfregatten' en de van 'Speykklasse fregatten',
ter vervanging op termijn van de kruisers en jagers, het dienstvak VLKNST danig van structuur zou veranderen en de oorspronkelijke opbloei van het dienstvak zou stabiliseren en uiteindelijk zou resulteren tot een vermindering van het aantal kaderfuncties.
Dat door de komst van de geleide wapensystemen nieuwe meer kennis noodzakelijk werd. Tevens dat de toekomst van het dienstvak niet meer uitsluitend de vuurleiding en onderhoud hiervan zou betreffen maar dat ook gemeenschappelijke taken in de commandocentrale op wachtbasis zouden moeten worden verricht.
Het heeft uiteindelijk geleid tot nagenoeg een bevorderingsstop van bijna 6 jaar en de aanvang van de eerste cursussen op het toenmalige NAVGIS op een min of meer vrijwillige basis.
Bij de intrede van de Operationele Dienst Operaties (1976) zijn de verplichte omscholingscursussen geïntroduceerd.
De invoering van het dienstvak ODOPS was tevens het definitieve einde van het dienstvak VLKNST er werd geen kader meer aangesteld en het uiterlijk kenteken werd vervangen door het "onklaar anker" zoals reeds in gebruik bij de officieren van de "Zeedienst".
Het kader is in tegenstelling tot de overige diensten nimmer samengevoegd en overgebracht naar het dienstvak ODOPS. Dat is zo gebleven tot het laatste kader onderofficieren VLKNST de dienst had verlaten.
Foto: Van MLM-Speijkklasse fregat Hr. Ms Evertsen.
Op de brug ziet u het vuurleidingsysteem M-45.
De getoonde configuratie is van na de Mid-Life-Modificatie met o.a. het Oto-Melara,
7,6 cm kanon i.p.v. het 4,5 " verder een ander doelsaanwijsradar (DA) en opvallend is ook de navigatieradar welke uit het lood is geplaatst ten behoeve van helicoptercontrol.
SEWACO
Bij de introductie van de Geleide wapen- fregatten Hr. Ms. Tromp en De Ruyter was de algehele doorbraak van de (digitale) computer in de command en controllfunctie een feit en werd deze een essentieel onderdeel van het "Sensor Wapen en Commandosysteem" (SEWACO).
In dezelfde periode werden, vooruitlopend op de op dat moment in aanbouw zijnde S-Fregatten de Fregatten van de van Speyk klasse (naar een ontwerp van de Engelse Leander-class) tijdens een mid-life conversie eveneens aangepast aan deze nieuwe technieken.
Alhoewel het begrip "seinstation" op deze schepen nog wel aanwezig was is hier toch de grote stap gezet naar de inzet en controle van alle systemen vanuit de "Commandocentrale".
Op personeelsgebied was door de verdergaande automatisering en door de opdracht tot bezuinigen minder behoefte aan uitsluitend voor de vuurleiding in te zetten personeel.
In die periode is de "Operationele Dienst Operaties" (ODOPS) ontstaan. Enerzijds met nieuw op te leiden personeel en anderzijds door gebruik te maken van beschikbaar en omgeschoold personeel uit de dienstvakken 'Navigatie Gevechts Informatie Dient (NGID), 'Onderzeeboot Bestrijdings Dienst' (OBD) en de 'Vuurleidingkonstabel' (VLKNST) en later werd daar ook de dekdienst 'Nautische Dienst' (ND) aan toegevoegd.
Ook werd een versobering ingevoerd t.a.v. de arbeidsintensieve onderhoudstaken en deze werden voor een groot deel overgeheveld naar de onderhoudsbedrijven en het technische personeel. Ook werd meer gebruik gemaakt van minder onderhoudsgevoelig materieel en vervanging ipv reparatie.
DE OVERGANG NAAR NIEUWE STRUCTUREN
Zoals ook in het onderwerp "SEWACO" nog wordt genoemd zijn de onderofficieren (ex) VLKNST mede ingezet in de commandocentrales van Geleide wapen fregatten, MLM-Van Speyk-klasse fregatten, Standaard fregatten en Luchtverdedigingsfregatten en
M-Fregatten.
De hoofdtaak was in eerste instantie de bediening van de vuurleiding-systemen als "Controller" en de neventaak werd de inzet in algemene en wachtsfuncties in de commandocentrale.
Op de (voormalige Hr. Ms. Tromp en - De Ruyter is in de beginfase ook nog geëxperimenteerd met gezamenlijke bedieningstaken voor zowel de toenmalige VLKNST als de Wapen Elektronica Monteur (WEMNT) voor de bediening van het WM25 vuurleidingsysteem t.b.v. het 12 cm kanon en het Seasparrow geleidewapensysteem.
Vooral de beginperiode van de omschakeling en omscholing van de toenmalige VLKNST naar ODOPS werd gekenmerkt door zaken die tot grote spanningen hebben geleid.
De vertrouwde omgeving van de vuurleidingssystemen en de jarenlang opgedane ervaring werden van de ene op de andere dag overboord gezet en men belande in een totaal nieuwe situatie waarbij men leiding diende te geven aan personeel in een materie die voor betrokkene zelf nog vreemd was. Daarbij (soms) moeten knokken tegen een reeds gevestigde orde van voormalig commandocentrale personeel met een in deze materie betere achtergrond en ervaring.
Foto: Commandocentrale (horizontale beeldkasten)
Dat dit voor enkele collega's minder goed is verlopen is voor een deel te wijten aan de beperkte controle en sturing van het omscholingsproces door de hogere Marineleiding in de beginperiode. Alhoewel dit later werd bijgestuurd heeft men o.a. op de Van Speykklasse schepen collega's laten functioneren voornamelijk buiten de commandocentrale en deze belast met taken van de "Artillerie-officier".
Ook het vervolgtraject heeft zich gekenmerkt door twijfel over de te kiezen stroming. Alhoewel de VLKNST van origine zou thuishoren in de luchtverdediging, als voorbeeld noem ik hier de positie op de Hr. Ms. Kruisers in de Luchtverdedigingscentrale en op de Van Speykklasse fregatten voor de MLM aan de V3 beeldkast. Werden veel onderofficieren, behalve de eigen taak als "Weapon-controller", echter opgeleid en ingezet in onderzeebootbestrijdings- (OBC) en algemene commandocentraletaken zoals "Assistent Commando Centrale Officier (ACCO)".
Taken die voorheen uitsluitend werden toebedeeld aan personeel van het voormalige dienstvak NGID. Ook werden enkele collega's opgeleid tot "Helicoptercontroller"
Deze tweeslachtigheid heeft zich eveneens voorgedaan bij de Operationele Dienst Verbindingen(ODVB) ten aanzien van de voormalige Telegrafisten welke werkzaam waren als EOV er.
Pas in het begin van de negentiger jaren kwam hier meer structuur in en werden zowel de Weaponcontrollers alsmede EOV' ers samengevoegd in de luchtverdedigings-stream van de ODOPS.
REPRESENTATIEFONDS - STICHTING
Het was voor de onderofficieren in dit dienstvak een goed gebruik om samen te komen als een collega de dienst uit ging of werd benoemd en later bevorderd tot (vak-)officier. Vaak werd dan een van de jongste KPL's aangewezen om een rondgang te maken langs alle binnenliggende schepen en inrichtingen om de collega's uit te nodigen en tevens om geld op te halen voor "het afscheidscadeau".
Op de Marinekazerne Erfprins werd dit altijd geregeld door de oudste onderofficier van het divisiebureau en later na de verplaatsing naar de Operationele School geschiedde dit onder verantwoording van de "Chef Bovenwater systemen" (BWS).
In 1982 is dit wat structureler aangepakt en is het "Representatiefonds VLKNST" opgericht, door Johan Peters (LTZ 2oc) en Cor Theunissen (LTZ 2oc) en werd de rondgang langs de collega's vervangen door een uitnodiging per brief betaling per acceptgiro. Dit gebeurde dan onder de steeds kleiner wordende groep onderofficieren VLKNST.
Daarnaast kwam er mede door de reorganisatie in de Operationele Dienst en het daardoor uitsterven van het dienstvak, een behoefte om oude collega's te ontmoeten en zo zijn de reunies ontstaan.
De eerste reünie werd gehouden op 15 juni 1983 en verder met tussenpozen van 5 daarna 3 jaar en de laatste jaren elk jaar.
Uit het "Representatiefonds VLKNST" is later de "Reüniecommissie" ontstaan. In 1999 is de reüniecommissie officieel een stichting geworden namelijk de "Stichting reünisten VLKNST".
De laatste "Reünie" was op 4 januari 2019.
De "Stichting Reünisten VLKNST" is met ingang van vrijdag 3 maart 2023 opgeheven en samengegaan met de "Geschutskonstabel"!!!
Reünie Geschutkostabels & Vuurleidingkonstabels.
De reüniecommissie nodigen wij u, gepensioneerden, geschutkonstabel en vuurleidingkostabels uit om de reünie op woensdag 23 oktober 2024 bij te wonen. Ook u partner is daarbij van harte welkom.
Ook de ex.Matrozen, Kanonniers , ex Matrozen RAPV en ex Afstandwaarnemers, met partners willen wij bij deze gelegenheid ook uitnodigen.
Deze rünie is mogelijk dankzij de medewerking van de 'Commandant Marinebasis Den Helder' en het logistiekpersoneel van de 'Witte Raaf'.
Kosten bedragen € 15,- per persoon.
Als u géén brief heeft ontvangen en u wilt deelnemen, vraag dan een brief aan met aanmeldt gegevens, via de secretaris: albert.verbaarschott@gmail.com.
Postadres MK Erfprins, t.a.v. 't Erfdeel , Schapendijkje 2, 1782TG, Den Helder
Webmaster: Guillaume Slangen, telefoon: 06 5102 3172
E-mail: historie@forterfprins.nl